[Deze gastcolumn verscheen eerder in Drents Museum Magazine, juli 2024]
Al tijdens mijn eerste verblijf in Roemenië als uitwisselingsstudent stuitte ik op het voor mij onbekende volk: de Daciërs. Roemenen verzekerden mij echter dat zij directe afstammelingen waren van dit krijgersvolk dat in de eerste eeuw na Christus de strijd aanging met de Romeinen toen die hun rijk oostwaarts wilden uitbreiden. Elke tiener die na 1960 in Roemenië is opgegroeid kent de beroemde gouden helm van Coțofenești uit de geschiedenisboeken. Ieder stadje in Roemenië heeft wel een straat die naar de twee Dacische koningen Decebal en Burebista zijn vernoemd. Bustes van beiden prijken op het nationale vliegveld in hoofdstad Boekarest en op enkele regionale vliegvelden zoals dat van Cluj-Napoca, de regionale hoofdstad van Transsylvanië. Bezoekers aan Muzeul Național de Istorie a României, het Nationaal Historisch Museum, kunnen over de Daciërs lezen op de replica van de imposante Zuil van Trajanus in Rome, die de overwinning van de Romeinse keizer Trajanus in de Dacische oorlogen herdenkt. Maar veel meer wist ik eigenlijk niet over de Daciërs.
Totdat een Canadees mijnbouwbedrijf de koppen van Roemeense kranten haalde. Het bedrijf Gabriel Resources wilde zilver en goud gaan winnen in Roșia Montană, een gebergte in de Karpaten. Inwoners van de streek, maar ook in de grote steden, gingen massaal de straat op. Behalve de milieu-vernietigende manier waarop de edele metalen uit de grond zou worden gehaald — door grote hoeveelheden cyanide in de grond te spuiten — protesteerden zij ook tegen het feit dat de mijnen uniek historisch en cultureel erfgoed waren uit de tijd van de Daciërs en de Romeinen. Hoewel de regering lang aarzelde, besloot het in 2015 toch om de lucratieve mijnbouwlicentie in te trekken en in plaats daarvan UNESCO Werelderfgoed status aan te vragen voor Roșia Montană.
Ondertussen had ook Sarmizegetusa Regia, waarvan wordt aangenomen dat het de hoofdstad van de Daciërs was, samen met vijf andere Dacische nederzettingen het Orăştiei gebergte in Transsylvanië in 1999 het predicaat UNESCO Werelderfgoed gekregen. Sarmizegetusa Regia was het bestuurlijke, religieuze en militaire centrum van Dacia totdat de Dacische koning Burebista in 106 na Christus door Trajanus en zijn legers werd verslagen. Het is uitgebreid opgegraven en biedt inzicht in de Dacische stadsplanning en architectuur. Nieuwe archeologische opgravingen in Costești-Cetățuie ontaardden een groot Dacisch heiligdom met indrukwekkende religieuze bouwwerken. Piatra Craivii is een versterkte nederzetting op een bergtop met Dacische verdedigingsstrategieën. En Daneș een landelijke nederzetting met goed bewaarde huizen en werkplaatsen, die aspecten van het dagelijks leven onthullen, waardoor we inmiddels veel meer weten over het leven van de Daciërs.
De meeste van mijn Roemeense vrienden zijn (nog) niet in Sarmisegetusa Regia of Roșia Montană geweest. Zij baseren hun kennis over hun vermeende bloedverwanten op wat zij in de jaren zeventig en tachtig tijdens de Ceaușescu-dictatuur opgelepeld kregen tijdens hun geschiedenislessen — kennis die voornamelijk was gebaseerd op de overleveringen van de grote Griekse geschiedschrijver Herodotos en nauwelijks op archeologische bevindingen van de afgelopen decennia.
Daarom is het zo bijzonder dat het Drents Museum nu een tentoonstelling aan de Daciërs wijdt.
Frank Elbers is journalist in Boekarest. Hij is Zuidoost-Europa correspondent voor o.a. De Groene Amsterdammer, Het Financieele Dagblad, BNR Nieuwsradio, NPO Radio 1 en de VRT.